“Een duif en een jongen” Geroosterde vijgen

vijgen-van-boven

Een postduif wordt in het Engels een homing pigeon genoemd, en eigenlijk is dat een veel treffender benaming dan ‘postduif’. Een postduif – de Belgen noemen haar ‘reisduif’ – wordt aangeleerd om feilloos haar thuis terug te vinden. Zij moet van haar huis houden, anders vliegt ze er niet naar terug.

Mijn ouders hielden zielsveel van hun huis. Op het randje van stad en platteland woonden ze bijna veertig jaar; mijn broers en ik groeiden er op. We joegen op vlinders in de tuin, speelden onze eerste (piano)noten, lachten, huilden, raasden en waren er voor het eerst verliefd. Het huis groeide met ons mee.

boek-glas-en-vijgen

Omdat mijn ouders aan het verhuizen zijn en hun huis na bijna veertig jaar verlaten, herlas ik het boek ‘Een duif en een jongen’ van Meir Shalev. Het boek gaat over Ja’ier Mendelson, een toeristengids die vogelaars rondleidt. Wanneer zijn moeder op sterven ligt, schenkt ze hem een som geld, die hem in staat stelt een eigen huis te bouwen en zijn vrouw Liora te verlaten. Aannemer van dienst wordt Tirtsa Fried, zijn jeugdliefde. In beeldend en adembenemend mooi taalgebruik richt Ja’ier zich in het boek tot zijn moeder en vertelt het verhaal over haar jeugdliefde: een duivenhouder die omkwam tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog. In de verhalen, personages en geschiedenis die Ja’ier in dit boek beschrijft zit een diepgeworteld verlangen verweven een thuis te vinden en een instinct hier altijd naar terug te keren.

Ik ging een huis voor mezelf zoeken. Andere mensen schieten, op zichzelf of op hun naaste. Ik ging een huis zoeken. Een huis dat zou helen, zou stillen, een huis dat ik zou opknappen en waarvan ik zelf zou opknappen, opdat we elkaar dankbaar zouden zijn.”

Continue Reading